10 mei 2022

Hoe kijkt het onderwijsveld aan tegen zij-instromende schoolleiders?

Een multi-perspectivische blik op de zij-instromende schoolleider

In 2020 neemt Regina van Steeg, op dat moment dertien jaar manager bij een conferentiecentrum, een ingrijpende beslissing. Ze kiest voor een toekomst in het onderwijs. Niet als leerkracht maar als schoolleider. Zij schrijft zich in voor de opleiding voor zij-instromende directeuren van het Marnix onderwijscentrum. Deze opleiding combineert het curriculum van de opleiding Vakbekwaam schoolleider met een stevige component onderwijskennis, door middel van het onderdeel LeerKracht en een stage.

 

Niet de euro's maar de waarde

Regina van Steeg vertelt over de aanleiding en de motieven die een rol speelden bij haar carriereswitch. Al is de aanleiding heel aards, het motief om voor het onderwijs te kiezen is waardegericht. In de twintig jaar die nog resten tot haar pensioen, wil Van Steeg van betekenis zijn voor anderen. ‘Het bedrijf waar ik werkte zou in de verkoop komen. Ik heb overwogen om het zelf over te nemen en heb zelfs verschillende gesprekken met de bank gevoerd. Maar hoe meer ik in mijn hart ging kijken naar wat ik echt wilde, hoe meer ik besefte dat dit het niet was. Ook al was het mijn dagelijkse uitdaging om samen met mijn collega’s het meest gastvriendelijke conferentiecentrum van Nederland te zijn, uiteindelijk draaide het bij het bedrijf toch om wat er aan het eind van het jaar aan euro’s onder de streep stond. Hoe meer ik nadacht over mijn toekomst, hoe verder dat bij me vandaan kwam te staan.’ Zij-instromers zijn vaak waardegerichte leiders met een krachtig besef dat de periode van het primair onderwijs één van de meest bepalende periodes is in een mensenleven. Dat kwam al naar voren in het artikel over zij-instromende schoolleiders in BSM 6/2021). Van Steeg vervolgt: ‘De basisschool is iets moois en bijzonders. Het legt de basis voor de rest van je leven. Vol verwondering keek ik soms naar m’n eigen kinderen, hoe snel ze ‘ineens’ dingen konden en wisten. Hoe mooi zou het zijn als ik daar iets aan zou kunnen bijdragen! Niet voor de klas en niet als leraar, maar wel door de leraren hun vak uit te laten oefenen en zoveel mogelijk ruis weg te halen. Dat is wat ik als manager altijd al deed en waar ik best goed in ben. Dat kon ik misschien ook wel als schoolleider doen.’

 

Geen sprong in het diepe

Gedurende haar opleidingsjaar loopt Van Steeg stage op De Regenboog in Kortenhoef. Als tijdens dat jaar de directeur vertrekt, ziet stichting Proceon hierin de kans voor een constructie met een meerschoolse directeur. Deze optie is voor Van Steeg als starter in het onderwijs niet aantrekkelijk en ze besluit dan ook om niet te solliciteren. Wanneer de sollicitatieprocedure echter niet tot het gewenste resultaat leidt, wordt ze gevraagd om te solliciteren voor het directeurschap van één school, haar stageschool De Regenboog. Bestuurder Marieke Doddema zegt hierover: ‘De naam van Regina kwam vanuit het team en de toenmalig directeur. Zij wilden Regina graag als directeur. Wij twijfelden niet. Regina heeft tijdens haar stage laten zien dat ze echt nieuwsgierig is naar hoe het werkt in het onderwijs en heeft zich sterk verdiept in onderwijskwaliteit. Door haar opleiding en stage was het voor Regina én voor ons als stichting geen sprong in het diepe.’ Esther de Haan-Luijer is ouder en voorzitter van de medezeggenschapsraad (mr). Ze maakte destijds deel uit van de benoemingsadviescommissie. Hoe keek zij aan tegen een zijinstromend directeur? ‘Ik was mij er ten volle van bewust dat Regina weinig tot geen onderwijservaring had. Ze had echter geruime tijd met onze toenmalige directeur mee gelopen en een sterke indruk achtergelaten. Binnen De Regenboog was het ontwikkelklimaat voor Regina dusdanig goed dat het een zeer aanvaardbaar ‘risico’ was om haar op de functie van schoolleider te plaatsen. Er stond een sterk team, dat het volle vertrouwen in haar had uitgesproken. Tijdens het selectietraject merkte ik dat zij in meer dan voldoende mate beschikt over vereiste vaardigheden. Daarnaast, de kennis die zij van buiten het onderwijs mee naar binnen neemt, is minimaal net zo waardevol.’ Ook Van Steeg zelf twijfelt niet als haar wordt gevraagd om te solliciteren. Ze weet dat het team achter haar benoeming staat, ze kent de school en bespreekt nog voor ze in gesprek gaat met de benoemingsadviescommissie met het managementteam (MT) welke weg ze met de school wil inslaan.

 

Twijfel

Was er dan helemaal geen twijfel bij de benoeming van deze leider van buiten? Nee, niet bij de benoeming zelf, maar wel in een eerder stadium. Bij Van Steeg sloeg de twijfel tijdens de stageperiode toe, toen na een periode van onbevangenheid de fase ‘bewust onbekwaam’ zich aandiende: ‘In eerste instantie ben ik erin gestapt met Pipi Langkous in mijn achterhoofd: ‘ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan’, maar na een paar maanden opleiding en stage vloog het me ineens aan: wat nou als ik dit helemaal niet kan? Ik ben altijd gewend geweest om ook zelf alles te kunnen wat de mensen deden waaraan ik leiding gaf. Dat was nu niet zo en dat zal ook nooit zo zijn. Daar kreeg ik last van. Hoe dieper ik de school in ging en hoe meer ik te weten kwam, hoe meer ik wist dat ik eigenlijk nog zoveel niet wist.’ 

 

Diende bij Van Steeg de twijfel zich aan na enkele stagemaanden, onder enkele leerkrachten van De Regenboog is er vooral in het begin van haar stage sprake van scepsis. Het meest uitgesproken is Erik Nickolson, leerkracht en lid van het MT. ‘Ik bekeek haar komst niet positief. Ik heb ervaren dat zij-instromende leraren vaak van een koude kermis thuiskomen zodra ze doorkrijgen wat er allemaal wel niet bij komt kijken. Ik vermoedde dat dit ook bij Regina zou gebeuren. Daarnaast kon ik het me moeilijk voorstellen dat iemand die nul ervaring in het onderwijs heeft, ons zou gaan vertellen hoe we het moeten aanpakken. De schoolleider is toch vaak een sparringpartner en een voorbeeld. Dat leek me niet mogelijk met iemand van buiten.’

 

Een open houding als wapen

Een nieuwsgierige en open houding, gecombineerd met het vermogen om te analyseren en aan te pakken, blijkt het goede middel te zijn tegen de scepsis en twijfel. Van Steeg: ‘Ik heb nooit geprobeerd iets te weerleggen. Vooral in het begin ben ik er gewoon open ingegaan, mijn hulp aangeboden, vragen gesteld, veel geluisterd en gekeken naar wat er gebeurde.’ Nickolson bemerkte deze open houding en kreeg zelfs oog voor de waarde van een frisse blik. ‘Wat opviel was haar gretigheid en bereidheid. Ze was leergierig , geïnteresseerd en had een verfrissende kijk op onderwijs gerelateerde zaken. Ze had immers geen ervaring in het onderwijs, maar wel als leidinggevende. Dat gaf een andere kijk op bepaalde processen en gebruiken.’ De open houding maakt dat de teamleden de eventuele scepsis laten varen. Zowel het team als het MT staan vierkant achter Van Steeg en willen haar graag als schoolleider.